Arbobeleid
Sinds 1 juli 2022 gelden nieuwe regels voor de RI&E. In feite zijn ze heel eenvoudig. De ‘systeem-RI&E’ komt overeen met een audit op het Arbobeleid. De scope-RI&E gaat dieper in op een specifiek thema. Het Arbobeleid start altijd met de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) om de gezondheid, werkstress en arbeidsveiligheid in kaart te brengen.
Tot slot stel je een rapport op, waarin je eveneens aandacht besteed aan de risico factoren. Basisrisicofactoren (BRF’s) zijn de meer structureel aanwezige grondoorzaken van feitelijk onveilige situaties. Dit voorkomt symptoom bestrijding.
Daarnaast geef je advies over de scopetoets. Dit is een advies of de RI&E afdoende ingaat op alle risico’s die zich voor kunnen doen: is de inventarisatie goed verricht, is de blootstelling op de juiste manier vastgesteld (bijv. met gevalideerde metingen), is de beoordeling van de risico’s goed uitgevoerd en zijn de juiste risicobeperkende maatregelen opgenomen?
De scopetoets valt binnen de scope van de arbokerndeskundige en wordt afgedekt door het expertisegebied van de arbokerndeskundige zoals uitgewerkt in Tabel 2 (hogere veiligheidskunde, arbeidshygiëne of arbeids- en organisatiekunde). Naar aanleiding van zowel de systeem- en de scopetoets brengt hij-zij een advies uit over de RI&E.
Stel dat je in een organisatie werkt met 45 mensen. 22 mensen werken op kantoor en de rest op een bouwlocatie. Dan heb je twee groepen. Voor de mensen op kantoor zijn twee gevaren relevant: beeldschermwerk en werkdruk/PSA. Voor de mensen op de bouwplaats kan een hele lijst aan gevaren meespelen. Let op! Gevaren zijn NIET hetzelfde als risico’s. Om te bepalen of een gevaar een risico is, zijn drie zaken van belang: blootstelling, effect en kans.
Om de kans in te schatten vraag je naar de verzuimcijfers. Als daaruit blijkt dat 8 mensen zich ziek melden door werkdruk, dan kun je stellen dat werkdruk een risico is.
Advies: Dan is een ‘scope’ RI&E PSA (artikel 2.15) nodig.
Vervolgens kijk je naar de 2e groep. Stel dat meerdere mensen in de 2e groep werken met arbeidsmiddelen en letsel hebben opgelopen. Dan is dat een thema om aan te pakken.
Advies: scope RI&E arbeidsmiddelen (art. 7.3) nodig.
Voor de RI&E-PSA vraag je een Arbeids- & Organisatiedeskundige (A&O) om advies. Voor de RI&E arbeidsmiddelen vraag je een Hogere Veiligheidskundige (HVK) om hulp.
Vervolgens kijk je samen met de mensen naar beheersbare maatregelen. Zo is paarden fluisteren misschien heel leuk voor een teamuitje, maar niet effectief tegen werkdruk. Of is een instructie een snelle actie, maar niet effectief als de arbeidsmiddelen verouderd zijn. Dan kijk je of de maatregelen effectief zijn voor de meeste groepsleden.
Wanneer persoonsgebonden factoren meespelen kan een arbeidsgezondheidskundig onderzoek (AGO ook bekend als PMO) uitkomst bieden. De medewerkers ontvangen tijdens een onderzoek persoonlijk advies gericht op hun situatie. Het advies stel je samen met de bedrijfsarts op. Het AGO is een verplicht onderdeel van de RI&E. Zonder AGO voldoet de RI&E niet aan de wettelijke eisen.
Tot slot geef je advies hoe de organisatie iedereen kan informeren over de risico’s.