Psychologische afstand
Psychologische afstand oefent meer invloed uit op ons gedrag dan we ons bewust zijn. Dit wordt duidelijker wanneer je in het openbaar vervoer zit. Iemand die te dichtbij komt, is op zijn zachtst gezegd zeer ongemakkelijk.
De term ‘persoonlijke ruimte’ werd geïntroduceerd door de cultureel antropoloog Edward T. Hall (1966). Volgens zijn theorie kan de ruimte om ons heen worden onderverdeeld in vier zones, gaande van binnen naar buiten:
- De intieme zone (0-45 cm)
- De persoonlijke zone (45-120 cm)
- De sociale zone (120-360 cm)
- De publieke zone (360-750 cm of meer)
Context
De afstand die we handhaven ten opzichte van de mensen met wie we communiceren, geeft niet alleen inzicht in de relatie die we met hen hebben, maar reflecteert tevens het gewenste niveau van interactie op dat specifieke moment. Deze afstand past zich voortdurend aan aan de context waarin we ons bevinden en onze mate van vertrouwdheid met de situatie en het vertrouwen in de relatie.
Persoonlijke vragen
De persoonlijke ruimte gaat over fysieke afstand, die letterlijk ‘te meten’ is. Maar het geldt ook voor een meer psychologische afstand. Roos Vonk schrijft in haar boek ‘Menselijke gebreken voor gevorderden’ (2011) – een echte aanrader – dat zij in een gesprek afknapte omdat haar gesprekspartner te veel persoonlijke vragen stelde, haar steeds indringend in de ogen keek en reageerde met vragen als: “Is dat belangrijk voor je?”, “Heb je dat vaker?” en haar vervolgens nog indringender in de ogen keek.
Het gesprek werd er niet leuker op. Onze psychologische intieme zone mag dus niet overschreden worden. Het voelt als een gebrek aan respect met als gevolg weerstand.
Van beeldentuin naar kantoortuin
De overgang van een beeldtuin naar de kantoortuin is altijd even wennen.
De kantoortuin was sowieso al niet de meest ontspannen werkplek. Na jaren thuiswerken in je eigen ‘bubble’ valt het des te meer op dat je collega’s wel erg dichtbij zitten, zodra je op kantoor komt.
Omdat je lichaam niet meer gewend is aan deze nabijheid, reageert je stresssysteem hierop. Het natuurlijke gevolg is dat je zintuigen op scherp staan. “Wacht, ben ik nu gek? Heeft Anja altijd zo sterk naar die parfum geroken? En hoor ik nu echt elke smak van Taco terwijl hij een banaan eet?”
Dan voelt een knuffel ineens wel erg intiem.
De sociale zone in stand houden?
Daarom kan het opvallend ongemakkelijk voelen om elkaars persoonlijke zone te betreden.
Onbewust merken we dat we nu meer ruimte prefereren dan voor de lockdown periode. Zelfs als het al weer even geleden is. Het is alsof ons lichaam ons aangeeft dat meer afstand fijn voelt. Alsof onze huid gespannen raakt wanneer iemand naast ons komt zitten.
Echter, wat opmerkelijk is, zo blijkt in de praktijk, is dat slechts weinig collega’s de tijd nemen om hierover met elkaar te praten. Hoewel een dergelijk gesprek veel spanning uit de lucht kan halen.
Een open dialoog over dit onderwerp kan voor opluchting zorgen. Na zo’n gesprek kan iedereen opgelucht ademhalen. Het delen van het ongemak herstelt de ontspanning.
Hoe maken we dit bespreekbaar?
Daar zijn verschillende stappen voor. Door het op de ‘warme’ manier aan te pakken zorg je voor beweging.
Vraag het simpelweg aan de groep. Ontstaat er een ongemak? Start het gesprek door je eigen observatie te delen: “Hebben jullie dat ook, ik merk dat zelfs mijn huid reageert als iemand dichtbij mij staat. Het is nu wel wennen na twee jaar zoveel mensen om mij heen.”
Of laat het volgende filmpje zien.
Gegarandeerd dat er een reactie komt uit de groep. De fase van Herkennen is gestart. Je zet de boel in beweging.
Daarna kun je de volgende vragen stellen en met je collega’s beantwoorden:
- Hoe willen we hiermee omgaan?
- Hoe zullen we de ruimte indelen?
- Wat hebben we nodig voor die ruimte?
- Wat helpt ons om het werk te doen?
Zet door…
Na de eerste stappen, ga je hoopvol aan de slag. Dan komt er na een paar weken ongetwijfeld weer een nieuwe ergernis. Inmiddels staan de parkeerplaatsen weer vol, is er amper een plek op kantoor en zakt de moed je in de schoenen. Zoek dan de collega’s die je steunen. Plan een vervolg gesprek en maak het opnieuw bespreekbaar. Zet het op de agenda.
Bronnen:
- Hall, Edward T. (1966). The Hidden Dimension. Anchor Books.
- Vonk, R. (2011). Menselijke gebreken voor gevorderden. Scriptum Psychologie.