Arbobeleid
Nee, de OR heeft niet zondermeer instemming op een plan van aanpak en de RI&E!
Door Cecile de Roos, Master in Work and Organization & Certified Management Consultant
De ondernemingsraad (OR) speelt een belangrijke rol in de medezeggenschap binnen organisaties, vooral als het gaat om arbeidsomstandigheden. Maar hoe ver reikt het instemmingsrecht van de OR eigenlijk? En geldt dit altijd voor elk onderdeel van het arbobeleid, zoals het plan van aanpak en de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)? Laten we dieper ingaan op dit thema en de uitzonderingen die hierbij komen kijken.
In Nederland heeft de OR instemmingsrecht op basis van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) wanneer een werkgever wijzigingen wil aanbrengen in arbeidsomstandighedenregelingen. Dit betekent dat de OR moet worden betrokken bij belangrijke besluiten, zoals het kiezen van de vorm van arbodienstverlening (maatwerkregeling). Het instemmingsrecht geldt echter alleen wanneer het besluit een “algemene strekking” heeft en betrekking heeft op een bredere groep werknemers en meerdere jaren van invloed gaat zijn. Dit betekent dat tijdelijke of incidentele wijzigingen, die van korte duur zijn, meestal niet onder het instemmingsrecht vallen.
Een recente uitspraak illustreert dit punt: tijdelijke roosterwijzigingen vanwege personeelstekort bleken niet instemmingsplichtig, omdat de wijziging tijdelijk en duidelijk afgebakend was. Besluiten met langdurige, onomkeerbare gevolgen, zoals het kiezen van een arbodienst voor langere termijn, vereisen wel instemming van de OR. Indien de OR geen instemming verleent voor een maatwerkregeling, moet de werkgever vaak terugvallen op de vangnetregeling met een gecertificeerde arbodienst.
Bedrijven moeten hun arbobeleid regelmatig bijwerken om de werkomgeving veilig en gezond te houden. Het plan van aanpak, een essentieel document als onderdeel van de RI&E, geeft aan welke maatregelen genomen moeten worden om risico’s te beheersen. De RI&E fungeert als handleiding voor veiligheids- en gezondheidsmaatregelen, waarbij vaak de hulp van een arbo-kerndeskundige nodig is.
Interessant genoeg hoeft het plan van aanpak volgens de Arbowet alleen nieuwe en aangepaste maatregelen te bevatten. Soms kiest de werkgever ervoor om ook het bestaande beleid te vermelden, zodat duidelijk is waar verbeteringen mogelijk zijn. Dit hoeft echter niet per se instemming van de OR te hebben, tenzij het om aanpassingen gaat met langdurige gevolgen voor de werkomgeving.
Er zijn enkele belangrijke uitzonderingen op het instemmingsrecht van de OR. Zo is de instemming van de OR niet vereist als de aanpassing in het arbobeleid al is vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of een regeling van arbeidsvoorwaarden door een publiek orgaan. Hierdoor valt een aantal arboregelingen, arbocatalogi en cao-afspraken buiten het directe instemmingsrecht van de OR, zelfs als ze te maken hebben met arbeidsomstandigheden.
De instemming van de OR is essentieel voor een gezonde werkcultuur en geeft werknemers een stem in het arbobeleid. Tegelijkertijd betekent het dat de OR niet over elk detail hoeft mee te beslissen, wat flexibiliteit mogelijk maakt in tijden van noodzakelijke aanpassingen. Dit houdt in dat werkgevers snel kunnen reageren op tijdelijke situaties zonder dat hiervoor instemming van de OR nodig is. Daarentegen wordt de OR geraadpleegd voor duurzame en structurele aanpassingen.
Voor een uitgebreide uitleg over de instemmingsrechten en de laatste juridische uitspraken kun je terecht bij betrouwbare bronnen zoals Sprengers Advocaten en de Rechtspraak.nl.